Met Colruyt uit Corona en (veel) verder #2

< terug naar deel 7      verder naar deel 9 >

Deel 8: Een nieuwe investeerder en nieuw huiswerk

Het tweede overleg met Colruyt Group wordt gepland op 25 mei. Het zal wellicht opnieuw een online overleg worden.

Want, voor wie het vergeten zou zijn, nog even de context: het is mei 2020. Het land is nog steeds in lockdown door de pandemie. Vele bedrijven hebben het moeilijk. En dat is voor ons niet anders. Onze voornaamste saleskanalen: horeca en evenementen, liggen volledig plat. We hebben dan wel snel geschakeld om ons te richten op bedrijven en plaatsen die wél nog open zijn tijdens Corona (daarover lees je meer in het vijfde deel van mijn Corona-dagboek), maar ook dat loopt niet vanzelf. Onze boekhouding leert ons dat we nog voor het einde van het jaar extra geld nodig hebben als we niet kopje onder willen gaan. We hebben intussen vijf voltijdse mensen op onze payroll, en zelfs met de geldende Corona-maatregelen kost dat een hoop geld. Samen met mijn co-founder Fried start ik aan een rondvraag bij een aantal van onze bestaande aandeelhouders. (In deel 1 van mijn Corona-dagboek schreef ik al over hoe gezegend ik me voel met mijn co-founders). 

Terwijl we aan bestaande aandeelhouders de vraag stellen wie het ziet zitten om mee te zorgen voor de nodige extra financiële inbreng, duikt plots ook een nieuwe kandidaat-aandeelhouder op. Een oude kennis, die ik al jaren niet meer had gehoord, stuurt me op LinkedIn een bericht. Hij heeft mijn Corona-dagboek gelezen en biedt naast felicitaties ook financiële steun aan. Als ik dit bericht nu herlees, vind ik het nog frappanter dan toen ik het op 18 mei 2020 kreeg:

Het feit dat hij zichzelf - werkend voor een (heel) groot bedrijf op een ander continent - aangesproken voelt, of misschien zelf een tikje aangevallen, is in vele opzichten interessant. Natuurlijk heeft hij gelijk, dat bedrijven die niét kiezen voor een positieve impact eigenlijk niet meer van deze tijd zijn. Dat wij onszelf expliciet willen profileren als impact-onderneming, zal hopelijk ooit als een old school, stating the obvious- hippie-statement aanvoelen. 

Enkele gesprekken later blijkt dat het bericht van mijn oude kennis meer was dan een impulsief berichtje op Linkedin . Dankzij de inbreng van deze nieuwe aandeelhouder, gecombineerd met extra-inbreng van een aantal bestaande aandeelhouders, krijgen we uiteindelijk voldoende centen bij elkaar. Genoeg om het einde van 2020 te halen. En dus wellicht ook genoeg om Corona te overleven. Want zo lang kan dit nu toch niet meer duren. Dachten we.

Natuurlijk heeft hij gelijk, dat bedrijven die niét kiezen voor een positieve impact eigenlijk niet meer van deze tijd zijn. Dat wij onszelf expliciet willen profileren als impact-onderneming, zal hopelijk ooit als een old school, stating the obvious- hippie-statement aanvoelen.

De Grote Baas

Terug naar de gesprekken met Colruyt Group. Niemand van ons durft op dat moment denken dat er ook van die kant wel eens een investering zou kunnen komen. Het idee dat zo’n grote speler ook echt met ons zou willen samenwerken, blijft voorlopig een soort stiekeme droom.  Bij mij toch. Ik ben een voorzichtige ondernemer (soms denk ik: té voorzichtig), en het ligt niet in mijn aard om ervan uit te gaan dat er overal mensen en bedrijven staan te wachten om zomaar met ons samen te werken. Begrijp me niet verkeerd. Mijn voeten-op-de-grond-credo leeft in mijn hoofd wel samen met een stevige stapel ambities. En die stapel ondersteun ik door het idee dat ik au fond niets heb te verliezen wanneer ik probeer om écht iets te veranderen.

In dat soort situaties zijn het vaak mijn co-founders Patrick en Fried die mij dat extra trapje (trapje kan hier zowel duwtje als trede betekenen) geven om droomscenario’s toch als leidraad te gebruiken. 

We weten intussen ook dat er op het overleg van 25 mei 2020 een nieuw gezicht zal opduiken, nl de Grote Baas van de mensen met wie we de eerste meeting deden. Het is ons op dat moment nog niet zo duidelijk wie wie is, en hoe Colruyt Group is georganiseerd. We komen wel te weten dat de man in kwestie echt héél dicht bij de top van het bedrijf staat. Spannend. En intrigerend: "Wat is er aan de hand, dat iemand die duizenden mensen onder zich heeft, tijd maakt om te praten met een kleine startup?", zegt het imposter-mannetje in mezelf. "Maar hey, dit kan wel eens het begin zijn van een verhaal dat onze impact écht kan vergroten", denkt dan weer mijn activistische zelf.

"Wat is er aan de hand, dat iemand die duizenden mensen onder zich heeft, tijd maakt om te praten met een kleine startup?", zegt het imposter-mannetje in mezelf. "Maar hey, dit kan wel eens het begin zijn van een verhaal dat onze impact écht kan vergroten", denkt dan weer mijn activistische zelf.

We verschijnen goed voorbereid op het overleg. Wij zijn deze keer met vier, alle oprichters zijn er. Vast van plan om deze keer veel duidelijker te maken welke mogelijkheden we zien in een mogelijke samenwerking. We willen vooral ook tonen waarvoor we staan, waarom we een impactonderneming zijn. Een groot deel van het gesprek gaat op aan de voorstelling van onze huidige activiteiten, en voorstelling van onszelf. De Grote Baas blijkt een rustige man die rake vragen stelt, en het valt me op dat hij van ieder van ons iets wil horen (logisch, als ik er nu zo op terugkijk, hij wil niet alleen weten wat ons verhaal is, maar ook, of zelfs meer, wie we zijn).

We beklemtonen dat impact dé reden is van het bestaan van ons bedrijf. En dat we bewust gekozen hebben om te starten in een B2B context, maar dat we - als we het echt menen met impact - ooit naar de B2C markt moeten. Want daar wordt namelijk he grootste deel van alle flessenwater gedronken. Want dat is de stap die we intussen in ons hoofd hebben gemaakt: stél dat Colruyt Group echt met ons wil samenwerken, dan is dat misschien wel dé kans om sneller dan voorzien naar de B2C markt te gaan?

In de weinige tijd die rest, stellen we een aantal mogelijke projecten voor die we samen zouden kunnen onderzoeken. 

Nieuw huiswerk

We hopen dat we er -beter dan de vorige keer - in geslaagd zijn om een antwoord te geven op de vraag “wat willen jullie van ons?”. Het lijkt wel gelukt, want de Corluyt baas vraagt ons om een aantal van de project-ideeën nog wat verder uit te werken voor een nieuw overleg. En er komt meteen nog een extra huistaak bij. “Wat ik graag wil weten, waarom willen jullie die dingen per se met ons doen? Of maakt het niet uit en kan het even goed met pakweg Aldi of Delhaize? Kunnen jullie daar op de volgende meeting eens iets over zeggen?”

Nieuw huiswerk dus. Maar vooral: opnieuw een vervolgmeeting. Ook ik ervaar dit nu als een geslaagd resultaat. Welk verhaal het wordt, weten we nog steeds niet, maar er komt een vervolg.

Intussen blijven we met onze kleine medewerkersploeg hard werken om nu ook aan bedrijven watertaps te verkopen. Het ziet ernaar uit dat horeca en events nog niet opnieuw zullen opstarten. Het begint me te dagen dat dat is hoe de komende maanden er zullen uitzien: proberen ons hoofd boven water te houden in onze bestaande mini-business, en tegelijk werken aan een mogelijke samenwerking met mensen uit een mega-business.  Het nieuwe normaal is toch wel speciaal.

Verder naar deel 9 >